Schatkistbankieren
In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente wettelijk verplicht is om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo uitkomen, moet stallen bij het Rijk. Voor de gemeente Deventer geldt dat het saldo vanaf €2,2 miljoen automatisch wordt afgeroomd. Ook is het mogelijk om overtollige middelen te beleggen bij andere overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen. De hoofdreden van deze verplichting is om het EMU saldo op Rijksniveau terug te dringen. Een bijkomende reden is dat gemeenten (en andere lagere overheden) op deze wijze geen risico’s lopen op hun uitgezette gelden.
Deventer heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet bedraagt voor 2019 €29,2 miljoen. In 2019 is in de maanden januari t/m september gebruik gemaakt van schatkistbankieren.
Het drempelbedrag schatkistbankieren bedraagt voor 2019 €2.577.000 en moet per kwartaal worden geplaatst tegenover het gemiddeld op dag basis buiten ’s Rijks schatkist gehouden middelen. Dus tegenover het gemiddelde van alle gemeentelijke bankrekeningen.
In het derde kwartaal is dit drempelbedrag niet meer overschreden. Eind juni 2019 zijn de afgesproken maatregelen nog verder aangescherpt om binnen de limiet van schatkistbankieren te werken.
De maatregelen betreffen:
- Nog frequenter betalen van voorschotten inzake de ontvangen belastingopbrengsten: sinds begin juli 2019 in plaats van tweewekelijks naar wekelijks aan de gemeenten van DOWR zodat het gemiddeld saldo van de betreffende BNG belastingrekening lager zal zijn;
- Het periodiek afromen van een bankrekening waar permanent sprake is geweest van een gemiddeld hoog saldo (kortom een te hoog ijzeren voorraad aan liquide middelen) en begrenzing maximum saldo bankrekening. Dit laatste aspect houdt in dat automatisch afroming moet gaan plaatsvinden naar de BNG hoofdrekening.
Deze maatregelen hebben gewerkt. In het derde kwartaal 2019 wordt nu geheel binnen de limiet van schatkistbankieren gewerkt.
Renteontwikkeling
Een belangrijke factor bij de uitvoering van het treasurybeleid is het verloop van de geld- en kapitaalmarktrente. De visie ten aanzien van de renteontwikkeling is medebepalend voor het te volgen financieringsbeleid. De gemeente baseert haar rentevisie op de verwachtingen van een aantal grootbanken.
Een substantiële verhoging van het toekomstig rentebeeld is niet erg waarschijnlijk.
Verwachtingen: Prognose over 12 maanden | ||||
Rentevisie | Visie begroting 2019: | Visie begroting 2019: | 12 maanden renteverwachting | 12 maanden renteverwachting |
ABN AMRO | -0,33% | 1,20% | -0,55% | 0,35% |
ING | -0,25% | - | -0,50% | - |
Rabobank | -0,28% | 1,20% | -0,31% | 0,10% |
Belfius | -0,25% | 1,55% | -0,49% | 0,25% |
Commerzbank | -0,25% | 1,30% | -0,49% | 0,45% |
Gemiddeld | -0,27% | 1,31% | -0,47% | 0,29% |
De hiervoor vermelde rentepercentages zijn zogenaamde “kale rentes”. Financiële instellingen berekenen hier bovenop een opslag voor risico’s, kosten en winst. Voor gemeenten ligt deze momenteel, afhankelijk van de looptijd tussen de 0,1% - 0,4%.
Uit de meest recente rentevisie (Thésor Marktperspectief 26 september 2019) blijkt dat gelet op de verwachtingen die banken afgeven de rente op korte termijn weer zou moeten gaan stijgen, maar als we de forward tarieven voor waarheid aanhouden zal het echter niet zo'n storm lopen. Zeker niet voor wat betreft de korte rente (3-maands Euribor in dit geval), hier wordt zelfs een verdere verlaging verwacht de komende tijd.