Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Projectfinanciering is in het verleden zeer beperkt toegepast. Voor investeringen wordt een gemiddelde rente gebruikt. Dit heet omslagrente. Voor de begroting 2019 is deze becijferd conform de berekening van het percentage op grond van de regels in besluit begroting en verantwoording (BBV) en geldt een percentage van 2,5%. Voor de toerekening aan de grondexploitaties geldt een percentage van 2,4%. Verschillen tussen de vooraf geraamde rentelasten en de werkelijke rentelasten worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.

Om te voorzien in de financieringsbehoefte staan de gemeente interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves, oftewel eigen vermogen, en de voorzieningen. De externe financieringsmiddelen bestaan uit de opgenomen langlopende geldleningen en kortlopende middelen (bijvoorbeeld rekening courant en werkkapitaal), oftewel het vreemde vermogen. In het treasurystatuut is opgenomen dat de gemeente zoveel mogelijk gebruik zal maken van de intern beschikbare financieringsmiddelen.

(bedragen x €1 miljoen)

Renteresultaat

2de kwartaalrapportage 2019

3de kwartaalrapportage 2019

Verschil

Rentelasten

Rente korte financieringsmiddelen

-

-

-

Rente langlopende geldleningen

8,85

8,85

0,00

Rente eigen financieringsmiddelen

0,53

0,53

0,00

Rentebijdrage exploitatie

-

-

-

Cw wethouderspensioen

0,14

0,14

0,00

Cw verliesvoorziening grondbedrijf

0,97

0,90

-0,07

Totaal lasten

10,49

10,42

-0,07

Renteopbrengsten

Doorberekening aan activa i.v.m. kapitaalbeslag

10,76

10,75

-0,01

Totaal opbrengsten

10,76

10,75

-0,01

Renteresultaat

0,27

0,33

0,06